top of page

Aflevering 34: Kludde, de Vlaamse Cryptid



Wanneer we over cryptids spreken denken we algauw aan angstaanjagende monsters ergens ver van ons en waar veel films of boeken over gemaakt zijn. Er is echter ook zo'n woest monster iets dichter bij huis te vinden.




Het verhaal van de Kludde komt in zowat elke Vlaamse provincie voor, maar zoals bij elke legende zitten er tussen de verhalen natuurlijk ook veel verschillen.

Wat over het algemeen over de Kludde gezegd wordt is dat het een kwelgeest is en enkel 's nachts te zien is. Hij zou zich schuil houden in bosrijke gebieden, in holle bomen en onder bruggen.


Afhankelijk van wie het verhaal vertelt zou hij van gedaante kunnen veranderen. Veelal wordt hij voorgesteld als een grote harige hond, soms lopend op zijn achterpoten en met grote, leerachtige vleugels.

Aan de linkerenkel zou hij een ketting hebben, waardoor je hem door het gerammel ervan zou horen afkomen.

Hij zou zichzelf ook monsterlijk groot kunnen maken of net klein, afhankelijk van het slachtoffer dat hij probeert te strikken. Hij kan namelijk de gedaante aannemen van bijvoorbeeld een klein gewond vogeltje om zo medelijden te wekken van wie hij passeert, waarna hij dan zijn aanval zou inzetten. Kludde zou zich zo als verschillende dieren kunnen voordoen; een kat, vogel, soms zelfs een pad of een vleermuis.

De naam 'Kludde' zou dan weer komen van het geluid dat hij maakt.


Wie het ongeluk zou hebben om de Kludde te treffen, zit er dan helaas ook de hele nacht mee opgecheept. Hij zal zich namelijk vastgrijpen aan zijn slachtoffer en zich de hele nacht op de rug laten meedragen. In sommige verhalen, zoals rond de streek van Breendonk, zou hij zwaarder en zwaarder worden, waardoor het slachtoffer zou bezwijken en sterven.




In sommige verhalen wordt de Kludde als onverslaanbaar voorgesteld, maar er zijn er ook waarbij de inwoners van de steden en gemeenten er in geslaagd zijn om het monster te verjagen.

In Aalst (waar hij Kledden genoemd wordt en als waterdemon aan de Dender zou gewoond hebben) zouden de inwoners het beest verjaagd hebben naar het naburige Dendermonde.

In Schelle, waar er ook een Kluddebier gebrouwen wordt, gaat het verhaal dat de Kludde al enkele nachten op rij terreur zaaide op een boerderij. Ten einde raad schakelde de boer de hulp in van de plaatselijke slager. Op een nacht zou die slager de Kludde dan hebben kunnen overmeesteren en slaagde hij erin om een mes in zijn buik te steken. Jammerend zou het monster zijn weggevlucht, om nooit meer terug te keren.

In Wichelen zou een vrouw dan weer verschillende keren belaagd zijn door de Kludde bij het oversteken van een brugje. Ze kon zichzelf redden door op een nacht een doek in de bek van het wezen te steken. De volgende dag zou een van de knechten gezien zijn met vezels in zijn mond, waardoor hij als Kludde werd geïdentificeerd en gevangengenomen werd. Nadien zou de Kludde niet meer gezien zijn in Wichelen.

In de omgeving van Limburg zou de Kludde ook gevavngengenomen zijn, en in een plaatselijke viswinkel aan een haak tentoongesteld zijn.




De legende van Kludde lijkt in de geschiedenis ook wel vaak voor te komen als een soort excuus voor het laat thuiskomen. Zo zijn er verhalen zoals bijvoorbeeld in Hemiksem, waar een paar boeren na een hele dag en nacht van drinken en kaarten de weg naar huis helaas niet hadden teruggevonden maar in plaats daarvan in de gracht, tegen een boom of tegen hun gevel waren beland. Dan is het in zo'n situatie natuurlijk makkelijker om de schuld op Kludde af te schuiven.


Als afsluiter geven we hieronder het fantastische verhaal mee over de vader van Raymond Praet en zijn aanvaring met Kludde in 1935, in de regio van Dilbeek:


Kludde stonk vreselijk naar solfer en toebak en zijn ogen puilden uit als twee vuurbollen. Velen lieten van ’t verschieten hunne velo vallen (als ze die bij hadden) en krabbelden efkens achteruit terug van waar ze kwamen...


Maar ze waren zich ervan bewust dat de confrontatie met Kludde moest worden aangegaan ; ze wilden geen 5 km-lange omweg langs Bodegem-Statie aangesmeerd krijgen. Ze probeerden zich dan ook redelijk inschikkelijk te tonen. Ze dienden te antwoorden op een van zijn “verschrikkelijke vragen”. Wie het antwoord niet kende, moest onherroepelijk terug en mocht dus het brugske niet over...kwam als gevolg daarvan te laat bij zijn lief...miserie ; of kwam veel te laat thuis...ook miserie.


Maar die vragen waren dus niet “van de poes” en onze Pa zei dat niemand er ooit een juist kon beantwoorden. Behalve hijzelf.

Hoeveel haren staan er op het hoofd van “Staaf de Smid” ?

Wanneer gaat “Marie van den Bekker” haar eerste kind kopen?

Hoeveel graden heet is het in de Hel? Hoeveel liter water in “druppels” uitgedrukt giet “Sjarel de melkboer” bij zijn melk?


Kludde variëerde zijn vragen, maar de antwoorden waren altijd : “Verkeerd”...En...kere weerom. Het gebeurde dikwijls dat ze hunne velo ter plaatse vergaten en wegliepen. Om ’s anderendaags, met de klaren, uit den hoop velo’s den hunne te komen ophalen...

Veel meiskes maakten het “af” omdat hunne vrijer te laat en vol modder op de afspraak verscheen en veel jongens kregen van thuis enkele weken huisarrest omdat ze hunne fiets verloren hadden en naar toebak stonken.

Kortom, iedereen had het gemund op “Kludde”.

Tot onze Pa er zich zou mee bemoeien.

Hij trok op een winterzaterdag bij valavond richting Bodegem. Over het Eksterveld. Vol goede moed. Maar toch met rillingen over gans zijn lijf. Een weddenschap met de kameraden en de schrik om “af te gaan” bij zijn lief, zorgden er echter voor dat hij doorbeet.

Stilaan naderde hij de brug. Pa ging namelijk steeds trager en trager...Hoe zou je zelf zijn?


Springt Kludde ineens al rammelend te voorschijn...Druipend van de nattigheid. Was namelijk juist uitgegleden en vreselijk slecht gezind. Hij “doempte” nog meer dan gewoonlijk...Den “doemp” kwam zelfs uit zijn oren. Hij was namelijk verstrikt geraakt in zijn eigen ketting.


Pa deed het bijna in zijn broek van ’t verschieten, maar vermande zich. Hij schuifelde resoluut één pasje voorwaarts, en onmiddellijk terug drie grote stappen achterwaarts.

“Awel slimme ?” vroeg Kludde. “Wat gaat dat snulleke al bibberend naar Bodegem doen ?”

Onze Pa had blijkbaar zijn tong ingeslikt.

Maar Kludde schoot in actie.

“Als je weet hoeveel sterren er aan de hemel staan mag je door”


Onze Pa keek benepen omlaag richting tip van zijn rechterschoen, om daarna onmiddellijk omhoog te kijken en hij begon te tellen...Eerst de linkerkant van het firmament en daarna de rechterkant van het uitspansel.

Kludde schokte van het lachen ! En bleef maar schokken ...


“Zesentwintigmiljoen achthonderdvierentwintigduizend tweehonderdnegenenvijftig”...broebelde Pa.

Kludde keek hem aan gelijk een koe die de eerste stoomtrein ziet passeren. “Mis” riep Kludde.

“Just” zei Pa, “en als ge wilt moogt ge het natellen”.

Kludde kon niet anders dan beginnen controleren.... Tellen dat hij deed...

Pa profiteerde van zijn onoplettendheid en muisde er stillekens over het brugje vanonder...naar zijn lief toe.


En Kludde bleef maar tellen...Hij kreeg er ne stijven nek van...

Enkele weken later zat hij er nog steeds na te tellen ; hij was al negen keer moeten herbeginnen wegens bewolking...Veel goesting om jongelui tegen te houden had Kludde ook niet meer. Ook te veel schrik van opnieuw op “nul” te moeten herbeginnen...


Op het einde van die zomer vond men een verroeste ketting aan de oever van de “Molenbeek”...Kort bij de brug.




Nuttige links:



82 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page