top of page

Aflevering 35: Black Shucks, de legende van de zwarte hond

Foto van schrijver: Jens OsaerJens Osaer



Of we het nu hebben over de Barghest, de Yeth, de Harry Hound, Padfoot of Black Shucks, we spreken over hetzelfde wezen. Een zwarte hond die in het donker zijn prooi aanvalt of misschien net verdedigt. Het is te zien waar je het vraagt.


We beginnen ons verhaal in 1577 in de Suffolk regio van Engeland. Rollende heuvels, kust, platteland, al bij al een erg natuurrijke streek die tot de verbeelding spreekt.

Op 4 augustus 1577 was er een zware storm door de streek aan het razen. In het dorpje Bungay zaten alle inwoners in de kerk te bidden wanneer plots een donderslag weerklonk op hetzelfde moment als de deuren van de kerk open vlogen. Door de wind doofden de meeste kaarsen ook uit waardoor de dorpelingen even bijna niets meer zagen.


Toch zagen ze in de deuropening een verschijning die nog donkerder was dan de nacht buiten. Het leek een grote woeste hond op 4 poten met felrode brandende ogen. Het wezen raast naar binnen, bijt een vader en zoon die zitten te bidden dood, en gooit zijn lichaam tegen een steunbalk waardoor een deel van het dak instort.


Voor ze het weten is het wezen weer weg en laat het het ingestorte dak en de dode mensen achter zich. Iedereen die in het passeren werd aangeraakt door het wezen had ook plotse brandwonden waar ze geraakt werden.


Diezelfde avond, 20 kilometer daar vandaan in Blythburg, gebeurt hetzelfde, opnieuw een grote zwarte hond die naar binnen stormt in een kerk vol mensen, daar enkele mensen doodt en weer wegloopt.


All down the church in midst of fire, the hellish monster flew, and, passing onward to the quire, he many people slew

-Enid Porter - The Folklore of East Anglia (1974)



Uit de getuigenis van Abraham Fleming over het voorval in Bungay.


De hond kreeg algauw een bijnaam: Black Shucks.

Meer nog, elke streek gaf een andere naam. Barghest, Grim, Harry Hound, Yeth Hound en Padfoot om er nog maar enkele op te noemen.

De naam Shucks zou afstammen van het oud-Engelse woord Scucca, wat evenveel betekent als Duivel.

Rond de streek van Suffolk worden al eeuwen legendes over Black Shucks verteld. Hij zou een voorkeur hebben voor velden, maar soms ook de begane weg kiezen. Zijn voetstappen maken geen geluid, maar zijn gehuil is oorverdovend.

Een cryptid zou geen cryptid zijn als er geen verschillende versies waren van hoe het wezen eruit ziet. Volgens sommigen heeft Shucks normale hondenproporties, volgens anderen is hij de grootte van een kalf, een paard of zelfs een huis.


Sommigen zien hem zonder hoofd of met een menselijk gezicht, anderen zien hem dan weer op een wolk zweven. Er is zelfs discussie of hij twee ogen heeft of een soort cyclops is.

De zwarte vacht en felrode ogen blijven wel altijd terugkeren.


In Suffolk wordt hij als een kwelgeest en voorbode van de dood gezien, als we dan naar Essex gaan beweert men daar dat hij eenzame mensen in het donker beschermt.


 

Legende uit 1885:

Johnnie Greenwood uit Swancliffe moest op een avond door een groot bos reizen om zijn bestemming te bereiken. Toen hij het bos betrad kwam een zwarte hond naast zijn paard lopen. Hij zag niet waar het dier vandaan kwam en het bleef heel de tijd bij hem. Zelfs wanneer het bos zo donker werd dat hij de hond niet meer kon zien, hoorde hij hem toch naast hem. Toen hij de bossen verliet merkte hij op dat de hond weg was. Hij had geen idee waar naartoe. Toen hij even later op de terugweg was, en opnieuw door het bos ging, was de hond weer bij hem. Ook deze keer verdween hij wanneer hij het bos verliet.


Jaren later zouden twee gevangenen in de gevangenis van York bekennen dat ze Greenwood wouden overvallen die avond, ze gingen hem vermoorden en alles van zijn lijk stelen. Maar beide keren dat ze hem zagen was er een zwarte hond bij hem. Ze dachten dat ze Greenwood en de hond samen niet zouden aankunnen, dus lieten ze hem passeren.


 



Wie vandaag Blythburg gaat bezoeken zal nog steeds sporen terugvinden van de zwarte hond. Onderandere op de kerkdeur staan nog markeringen die door de lokale bevolking "The Devil's Fingerprints" genoemd worden.



Ook doorheen het dorp zouden soortgelijke sporen te vinden zijn. Blythburg doet ook mee in het Black Dog toerisme, veel lokale zaken dragen de Black Dog naam en er zijn verschillende souvenirs van zwarte honden te koop.


Dit is uiteraard een streeklegende, maar toch is er werkelijk bewijs gevonden. Tijdens opgravingen aan Leiston Abbey werd enkele jaren geleden het skelet van een reusachtige hond gevonden, het wezen zou 2m groot geweest zijn en zeker 90kg gewogen hebben. Volgens archeologen moet het skelet uit dezelfde periode komen als de Black Shucks verhalen.




 

Andere legendes




Black Shucks is zeker niet de enige legende die zwarte honden betreft. De Grim, Barguest en Hell Hound zijn allemaal andere variaties op hetzelfde wezen. De allereerste melding dateert uit 1127 uit de Angelsaksische Kronieken. In dit boek wordt de geschiedenis van het Angelsaksische rijk van 60 BC tot de 12de eeuw beschreven.


Een van de verhalen vertelt over ruiters op zwarte paarden met zwarte honden met rode ogen bij hen. De ruiters zagen eruit als jagers en trokken van dorp tot dorp. Overal waar ze verschenen kwam er tegenspoed voor. Het zou gaan om een dertigtal mannen die brullen, tieren en op hoorns blazen. Ze werden geleid door één figuur en ze kregen de naam: The Wild Hunt.


In Scandinavische landen is Odin de leider van The Wild Hunt, in Wales is dit Arawn en in Duitsland heet deze figuur Bertha. Wat wel steeds terugkeert is dat de Hunt spectraal is, ze zijn niet tastbaar en lijken wel op geesten. Ze zijn al van ver te horen en wie hen hoort aankomen moet deuren en ramen sluiten want wie hen aankijkt wordt meegenomen en kilometers verder gedropt.


Volgens sommige legendes waren er zelfs dorpelingen die deelnamen aan de Hunt door zichzelf in trance te brengen en hun geest los te koppelen van hun lichaam.

Volgens de legende zouden de Black Dogs een overblijfsel van deze Hunt zijn.

Volgens de Welsh legende verblijven de honden of de Cwn Annwn in het Cadair Idris gebergte en wie hen 's nachts hoort huilen zal je sterven. Enkel zwarte honden zijn in staat om hen te zien.



Wat opvalt is dat veel culturen dezelfde verhalen hebben. Hier in België is er zo'n verhaal verbonden aan de stad Damme. Vroeger heette de stad Letterswerve. Drie nachten lang was het gehuil van een Duivelshond aan de dijk te horen, diezelfde drie nachten was er een intense storm die dreigde de dijk te doorbreken en de stad te laten overspoelen.

Enkele dijkbewoners konden de Duivelshond te pakken krijgen en doden en gooiden zijn lichaam in de dijk. Als bij wonder hield de kapotte dijk toch weer stand en was de stad gered, die hernoemd werd naar Hondsdamme en later gewoon Damme.

Tot op vandaag staat de zwarte hond op hun vlag.


Maar hoe komt het dat elke streek een eigen hondenlegende heeft? Volgens onderzoekers valt dit te wijten aan ons oerinstinct. Oermensen die rond hun vuur zaten zagen maar al te vaak de rode ogen van wolven die als schimmen rond hun kamp liepen. Ons overlevingsinstinct zei ons dat deze wezens gevaarlijk waren en tot op vandaag blijft die schrik over.


Statistisch gezien nemen mensen vaker zwarte honden als waakhond, en worden zwarte honden ook minder geadopteerd en vaker geëuthanaseerd.


 

Newgate


Newgate Prison was van 1188 tot 1902 een van de meest beruchte plekken in Londen. Het begon als cellen aan de poorten van Londen maar is door de eeuwen heen vaak afgebroken, herbouwd, afgebrand, gesloopt, vernieuwd en achtergelaten. Tijdens het gebruik stonden bepaalde dingen altijd vast: Het was slecht verlicht, veel te druk, vuil en vol ziektes.


Ook de bewakers stonden gekend als brutaal en gewelddadig. Soms zouden gevangenen vastgeketend achtergelaten worden om te verhongeren.

Je plek in de gevangenis was afhankelijk van je sociaal statuut, rijke mensen hadden iets of wat comfort, de armsten werden vastgeketend in donkere kelders.


De stank van de gevangenis was zo erg dat mensen die in de buurt woonden vodden met azijn op zak hadden om hun neus te bedekken wanneer ze aan het gebouw passeerden.


Tijdens de reign van Henry III in de 13de eeuw zou een geleerde beschuldigd geweest zijn van Witchcraft, in die tijd was er een enorme hongersnood in UK en dat leidde ertoe dat sommige van de gevangenen in Newgate overgingen tot kannibalisme.


Ook de geleerde werd slachtoffer en werd algauw vermoord en opgegeten. Kort daarna begonnen gevangenen een zwarte hond te zien die door de gangen van de gevangenis wandelde. Ze waren er zeker van dat het de tovenaar was. Hij wou wraak op wie hem gedood had. Algauw vielen de eerste slachtoffers. De overgebleven mannen die hadden meegedaan aan de moord wisten te ontsnappen door een bewaker te doden, maar algauw vielen ook die een voor een als prooi voor de hond.


Tekening van de Black Dog uit "The Discovery of a London Monster Called the Black Dog of Newgate" uit 1638.


Dit verhaal komt uit een boek uit 1596 getiteld The Discovery of a London Monster, Called The Black Dogg of Newgate. Het verhaal wordt in het boek afgedaan als fictie, een verhaal dat gevangenen tegen elkaar vertelden in Newgate. Toch zijn er door de eeuwen heen al verschillende verhalen geweest van Black Dogs in en rond Newgate.


In de gevangenis is er een stuk dat bekend staat als Dead Man’s Walk, waar gevangenen hun laatste stappen zetten op weg naar hun executie. In de stenen van Dead Man’s Walk staan de nemen gegraveerd van iedereen die hier overleed, velen van hen lagen zelfs onder de vloer begraven.


In 1904 werd Newgate afgebroken, op de plek van Dead Man’s Walk ligt nu Amen Court, dichtbij St Paul’s Cathedral. Amen Court zou bespookt worden door de zwarte hond, die er als vormloze massa door de mist glijdt en over de top van de ene muur van de gevangenis die nog steeds recht staat. Het spook zou aan walgelijke geur hebben en het geluid maken van slepende voetstappen van de gevangenen.


 

Ethel Rudkin, Britse folklorist, schreef in 1938 een bundel over Black Dog encounters:


“No matter ‘ow dark a night it is, you can allus see the Dog because ‘e’s so much blacker.” -Man quoted in Rudkin, “The Black Dog,” 124.

 

In 1930 fietste een vroedvrouw naar huis net nadat ze geholpen had met een bevalling. Het is een koude winternacht en er is niemand op staart behalve zijzelf. Plots merkt ze een figuur op achter haar fiets. Als uit het niets wordt ze plots achtervolgd door een zwarte hond. Ongeacht hoe snel ze reed, het wezen kon haar met gemak bijhouden. Gelukkig voor haar leek het niet te willen aanvallen. Het wezen verdween weer even plots als het verschenen was. Volgens haar beschrijving was het een beschrijving en geen fysiek wezen.

 

Wie nu een schrik genomen heeft van de Zwarte Hond: We hebben hier nog enkele tips om ze weg te houden:

  • Hou een kruisbeeldje op zak.

  • Hou een prent van een heilige op zak.

  • Draag een nagel van een doodskist bij je.

  • Druppel vers water achter je, gelijk waar je gaat.

  • Vermijd velden, kruispunten, rivieren en bossen.

91 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page