Op 21 augustus 1955 zouden 11 mensen een hele nacht lang geteisterd worden door, wat zij beweren, aliens. Hun beschrijving van de feiten is zo gedetailleerd dat sceptici de wenkbrauwen fronsen en de ontmoeting bijna verfilmd werd door niemand minder dan Steven Spielberg.
Die avond wordt sheriff Russell Greenwell rond 23u uit bed gebeld door zijn collega's omdat er maar liefst 11 mensen doodsbang in het politiekantoor van Hopkinsville verzameld staan. Hun verhaal zou vroeger die avond gestart zijn, maar zou nog tot de volgende ochtend verder duren.
De familie Sutton, met aan het hoofd Glennie Lankford, woont samen in een klein armzalig huisje in het landelijke Kelly, Kentucky. Tijdens die periode had het gezien bezoek van Billy Ray Taylor en diens vrouw. Billy Ray werkte vroeger samen met Elmer 'Lucky' Sutton, een van de zoons van het gezin, in een rondreizend circus.
Om 19u die avond gaat Billy Ray naar de tuin om water te pompen, waarop hij een glimmend object voorbij ziet vliegen. Het object zou volgens hem stilletjes over het huis gevlogen zijn om dan rechtstreeks naar beneden te vliegen in een kleine ravijn voorbij een bomenrij.
Billy Ray kan op niet veel steun rekenen wanneer hij zijn verhaal vertelt aan de rest van het gezin. Hij zou er om gekend staan om zijn verhalen aan te dikken, dus ook dit verhaal werd afgedaan als het zien van een vallende ster.
Een uur later begint de hond van het gezin echter onophoudelijk te blaffen, waarop het dier onder het huis duikt en pas de volgende dag terug tevooschijn komt.
Lucky gaat met Billy naar buiten en badend in een vreemde gloed zagen de mannen een wezen van ongeveer een meter groot.
“It looked like a five-gallon gasoline can with a head on top and small legs. It was a shimmering bright metal like on my refrigerator.”
Volgens hun getuigenis had het wezen een bijna perfect rond bovengemiddeld hoofd met grote oren, armen zo lang dat ze bijna tot de grond kwamen, met grote klauwen aan de handen. Ook hadden ze grote ogen die een gele gloed hadden en een huid die leek gemaakt te zijn van staal door de gloed van de maan.
Uiteraard is hun eerste reactie om hun shotgun te nemen. Een van hen zou door ruim 4 dozen aan munitie gegaan zijn om op het wezen te schieten, wat zo’n 200 schoten zouden geweest zijn.
De wezens zouden urenlang dichterbij proberen komen, terwijl het gezin binnenin het huis doodsbang afwacht.
Uiteindelijk durven ze het rond 23u aan om allemaal samen naar het politiekantoor te vluchten.
Het gezin kan gelukkig op steun rekenen, want sheriff Greenwell beweert zelf zo'n jaar ervoor een ufo gespot te hebben.
Hij schakelt de hulp in van de State Police en de Military Police om het landgoed te onderzoeken.
Daar aangekomen wordt helaas niets verdacht gemerkt. Geen bloed, geen voetsporen. Maar toch heeft iets deze mensen zodanig opgeschrikt dat ze hysterisch zijn van angst.
Het gezin wordt beloofd dat het onderzoek de volgende ochtend verder zal gaan.
Helaas voor de Suttons worden ze zo'n half uur nadat de onderzoekers vertrokken zijn, rond 02u30, opnieuw belaagd door de aliens. De hele nacht door zouden de wezens gespot worden door de ramen, en zou Lucky blijven proberen op de wezens te schieten.
Ook de volgende ochtend geeft het onderzoek jammer genoeg geen uitsluitsel.
De eerste kijklustigen zullen weldra opduiken, want die dag verschijnt er al een artikel in de Kentucky New Era, die het heeft over een absurd aantal aliens.
Het wordt het begin van meer en meer mensen die hun verhaal ofwel absurd vinden, of de sensatie willen opzoeken en het gezin lastigvallen voor foto's.
Bud Ledwith, medewerker bij het lokale WHOP-radiostation, bezoekt de familie om robotfoto's te proberen maken.
Op verschillende momenten van de dag zal hij de vrouwen, Billy Ray en de rest van de mannen interviewen.
Door het gebrek aan tastbaar bewijs zijn er verschillende theorieën naar boven gekomen, de ene absurder dan de andere.
Zijn het apen die ontsnapt waren uit een reizend circus? Is het een massahallucinatie? Een cover-up? Of simpelweg een hoax voor het geld en de publiciteit?
Lees hieronder het onderzoek van Isabel Davis "Close Encounter at Kelly":
Comments