top of page

Aflevering 47: Hoensbroek Kasteel Legendes



Hoensbroek ligt in Nederlands Limburg, het kasteel heeft een deel dat dateert sinds 1360. MEt zo'n lange geschiedenis kan het niet anders dan dat er enkele legendes aan verbonden zijn.


De familie Hoen/Hoen van den Broeck en hun ridders hebben er eeuwen geleefd, het zou oorspronkelijk geschonken zijn aan Herman Hoen door hertogin Johanna van Brabant na zijn hulp in een strijd.

Tegenwoordig staat het kasteel in gerenoveerde staat nog te bezoeken als museum en zijn er jaarlijks wel enkele bijzonderheden zoals een Halloweentocht.

Vandaag bekijken we enkele van de bekende legendes omtrent dit eeuwenoude kasteel.

Legende 1: De Auvermoermenkes

De Auvermoermenkes/alvermannetje/aardmannetjes zouden in de heuvels rondom het kasteel gewoond hebben, nabij een zeer oude beek genaamd de Auvermoer (verbastering van oude moeder) die tegenwoordig de caumerbeek heet.



Het verhaal van de auvermoermenkes zou gekend zijn in Limburg, zoals in de podcast te horen was het ons vrij onbekend, hoewel mensen met een liefde voor oude TV-reeksen misschien wel nog gehoord hebben van de reeks Johan en de Alverman.


De mannetjes waren wat we vandaag zouden beschouwen als kabouters. Ze leefden onder de grond en waren mensenschuw. 's nachts kwamen ze voorwerpen lenen bij rijkelui en brachten die de volgende dag terug. Zaken als zilverwerk en andere edelmetalen werden opgeblinkt teruggebracht.

Veel mensen hadden de gewoonte om vlaai, rijstpap en ander lekkers buiten te zetten voor de mannetjes, die dan klusjes zouden doen in ruil.

Helemaal onschuldig waren ze niet, zo zouden ze het oog van een knecht hebben uitgeblazen die hen wou bespioneren, een andere knecht zou hen proberen foppen hebben door hen leren lappen te voederen in plaats van peperkoek, ook dat zou hem een oog gekost hebben.


De alvermannetjes zouden ook steenkool ontdekt hebben, waardoor mensen het later begonnen te gebruiken.

Tegenwoordig zijn er geen alvermannetjes meer, volgens de legende zijn die gevlucht door de opkomst van kerken, het geluid van de klokken zou hen afschrikken.

De aap van Hoensbroek

De ridders van Hoensbroek hadden gerechtelijke macht in het gebied. Als er een zaak moest beslecht worden hadden ze meestal het laatste woord.


Zoals we wel allen weten uit de geschiedenis en het heden, kan je dat soort onschendbaarheid aan niemand geven zonder dat het misbruikt wordt. Dit ook door heer Hoen. Die zou namelijk aan het hoofd gestaan hebben van een roversbende die maar al te graag kooplui zou overvallen in het donker. Dreigementen van onderandere de bisschop maakten hier geen verschil in, hij bleef roven.


Op een avond overvielen twee van zijn mannen een koets, tussen de buit vonden ze een doodsbang aapje, ze besloten om het cadeau te doen aan ridder Hoen.

Hoen en het aapje waren onafscheidelijk vanaf de eerste ontmoeting. De aap volgde hem overal, enkel wanneer Hoen 's morgens ging bidden tot Maria was de aap niet te bespeuren.



Op een dag kwam de abt van Roluc rond om een kwestie van grondgebied te beslechten, hij was de eerst geestelijke die in jaren op bezoek kwam in het kasteel.

De abt wou zeer graag de aap zien, maar die was niet te bespeuren. De heer vond dit zeer raar, hij had al veel bezoek ontvangen en nog nooit had de aap zich mensenschuw getoond.

Ze vonden het in de hoek van de kamer, ineengedoken en met ontblote tanden. De abt wist meteen wat er gaande was.

"Wat voor dier denkt u dat dit is, heer?"

"Nou, een aap!"

"Ik zal u eens laten zien wat voor beest dit is." Zei de abt, hij richtte zich tot de aap en zei "In de naam van Maria, zeg ons wie je bent!"

De aap antwoordde in mensentaal:

"Ja abt, je weet het maar al te goed, ik ben de duivel in eigen persoon. Ik woon al zeven jaar lang in dit kasteel en ik wacht tot de ridder van Hoensbroek zal vergeten om Maria te groeten. Bijna had ik hem zover, bijna had ik hem in mijn macht en kon ik hem meevoeren naar de diepste diepten van de hel, maar tot nu toe verzuimde hij nog nooit zijn gebed."




De ridder viel op zijn knieën en smeekte god om vergiffenis.

De aap krijste alsof hij in wijwater gevallen was. De abt stak een kruisbeeld omhoog en de aap spurtte weg, de toren van het kasteel in, hij werd nooit teruggezien. Tot vandaag zou er een zwavelgeur heersen in die toren.


De kerker

Onder het kasteel ligt een diepe kerker, met muren van drie meter dik en slechts 1 spleet in de muur die licht binnenliet, was het voor velen wenselijker om te sterven dan hier te blijven. In het midden van die kerker lag een balk waar men aan vastgeketend was. Deze diende zowel als bed, zitplaats en toilet. De keten liet toe dat een gevangene 1 stap in elke richting kon zetten, maar niet meer. Tot op vandaag staan de vingers van gevangenen die wanhopig naar de vrijheid grepen in de rand van het luchtgat.





Philip Damiaan en de geheime kamer

Philip Damiaan was de bisschop van Roermond, hij was ook de broer van de laatste graaf van Hoensbroek.

De bisschop zou tijdens een oorlog met Frankrijk verborgen zijn geweest in het kasteel van Hoensbroek, waar hij in een geheime kamer zat.

De Fransen die hem zochten hadden dit door, en zetten een kaars in elk raam om zo te zien welk raam tot de geheime kamer hoorde. De bisschop had dit echter door en zette zelf ook een kaars aan zijn raam.

Tot op vandaag is Damiaan's portret te bewonderen in diezelfde geheime kamer.





De Blauwe Dame

Anna Catharina was een markiezin die samen met haar echtgenoot en kinderen in het kasteel woonde. Dit net in de periode dat de Bokkenrijders de streek onveilig maakten, een roversbende die een pact gesloten hadden met de duivel en daardoor op geiten konden rondvliegen.

De kinderen van Anna Catharina waren doodsbang van de bokkenrijders, en elke avond ging ze al haar kinderen in slaap sussen.

De bokkenrijders werden uiteindelijk opgepakt en zelfs eventjes opgesloten in het kasteel, en Anna Catharina haar kinderen werden groot en gingen het huis uit.

Zelf zou ze sterven in het kasteel.

Jaren later, tijdens de tweede Wereldoorlog zouden kinderen van een weeshuis daar schuilen tegen de aanvallen van de Duitsers.




Tot verbazing van de zusters die voor hen zorgden waren de kinderen elke avond rustig aan het slapen. Plots kwam het uit: Een gloeiende blauwe dame kwam hen elke avond in slaap sussen. Het blijkt dat Anna Catharina zelfs na haar dood kinderen wil verzorgen.


Er is zeer weinig paranormaal bewijs te vinden over Hoensbroek, maar hier wel wat nuttige links voor wie meer informatie wil:

96 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page